ZWOLLE – Het is 4 februari, een bewolkte dag afwisselend met een beetje zon. Ignasio loopt richting de ingang van een café. Vanwege een tatoeage en zijn getinte huidskleur wordt hij geweigerd, is zijn beredenering. Tijdens de rechtszaak wordt er een video getoond van het incident door een getuige.
De video toont een verhitte discussie tussen de portier en de verdachte. De politie wordt gebeld en rukt uit. Ignasio krijgt de opdracht om zijn identiteitsbewijs te tonen, wat enige tijd duurt. De agent kan hier niet langer op wachten en legt hem in een nekklem. De getuige verdedigd Ignasio met heftig geschreeuw.
Nonchalant en voorovergebogen zit de verdachte te luisteren naar wat de politierechter hem vertelt. De verdachte toont zelfvertrouwen, ondanks zijn ingetogen houding. Zijn donkere huidskleur en een kaal hoofd contrasteert met de opvallende witte Nike schoenen. Naast hem zit de getuige van het incident, het gaat om mevrouw Kaide (29).
Tijdens de zitting wordt het videomateriaal getoond, waarin te zien is dat de verdachte in een nekklem wordt gelegd door de agent. Dit resulteert in een doodse stilte. Iedereen in de zaal kijkt aandachtig naar het beeldscherm. De spanning in het moment is te zien aan de gezichten van mensen in het publiek.
De verdachte breekt de stilte met een zelfverzekerde toon om zijn ontkenning verder te onderbouwen. Hij beweert dat hij de agent niet heeft beledigd. “Ik zweer het op alles wat mij lief is”, zegt hij. Maar de rechter haakt in met een directe toon. De verdachte moet onacceptabele woorden hebben gezegd. In deze woordenwisseling voegt getuige Kaide halverwege met een kalme stem toe dat deze woorden niet naar de agent waren, maar naar de portier. Waarop de verdachte met een felle toon aanhaakt en zijn frustratie laat zien. “Jullie zijn fucking racisten, dat is wat ik zei. Dat komt gewoon door mijn tatoeage en huidskleur.”
Na het zien van het beeldmateriaal en het horen van de verhalen trekt de politierechter een conclusie. Ze kijkt de verdachte recht in de ogen aan, waarop hij geen reactie geeft, en verteld hem dat ze de situatie niet helemaal duidelijk vindt. Ze concludeert dat de verdachte niks fout heeft gedaan richting de agent. “Ik verklaar uw bezwaren gegrond”, en daarmee wordt de verdachte vrijgesproken.
Weinig reactie en een lichte beweging van de verdachte is het resultaat van de uitspraak. Met de woorden “als ik een Nederlander was geweest was het anders gegaan”, sluit de verdachte geïrriteerd af. Hij beweegt zich naar de uitgang, opent de grote houten deur en laat hem met een dreun dichtvallen.