Wies Dull is al acht jaar de trotse eigenaresse van Het Zwolse Balletjeshuis dat is in hartje Zwolle. Het Zwolse balletjeshuis maakt al sinds 1848 Zwolse snoepjes uit eigen kelder. Vroeger verkochten ze alleen de Zwolse balletjes, maar tegenwoordig komt er veel meer bij kijken.
Wies zag acht jaar gelden in de krant dat Het Zwolse Balletjeshuis dicht zou gaan, dit kwam doordat ze toen midden in de fastfood
tijd zaten en het Balletjeshuis dus nog amper klanten kreeg. Wies was genoeg Zwols om dit niet te laten gebeuren en kocht het bedrijf over. Er waren veel meer Zwollenaren die Het Balletjeshuis niet weg wilden hebben, maar ervoor werken wilden ze ook niet.
Tegenwoordig bestaat het Balletjeshuis niet alleen uit de Zwolse balletjes maar ook uit andere Zwolse lekkernijen. Zo is het Balletjeshuis de enige in Zwolle die speciaal-bier van Zwolse brouwers verkoopt. Ook heeft het Balletjeshuis na het faillissement van de VVV een toeristen informatie-punt gekregen. Hier komen ontzettend veel toeristen op af. Wanneer je VVV googled kom je automatisch bij het Zwolse Balletjeshuis terecht, wat dus veel toeristen oplevert.
Dat het Balletjeshuis nog steeds bestaat is dus dankzij Wies, maar ook dankzij het toeristen informatie-punt. Er werken ongeveer dertig gidsen voor het informatie–punt van het Balletjeshuis, zij verdienen eigenlijk het geld voor de machines in de kelder. “Het is dus eigenlijk een win-winsituatie.”
Wies werkte voor het overnemen van het Balletjeshuis bijna veertig jaar als jurist bij de kinderbescherming in Den Haag. Toen het Balletjeshuis bijna failliet ging veranderde er ook van alles bij de kinderbescherming, dus voor Wies was dit de kans om te switchen.
Zwolle betekent erg veel voor Wies, misschien nog wel meer dan
voor de normale inwoner. Ze kijkt op een hele andere manier
naar de stad. Ze weet waar alle hotspots zitten, wie een toerist is en wie niet en heeft een visie op het toerisme. “Zwolle heeft nu precies de goede grootte. Het is historisch, maar ook modern. De stad trekt zowel ouderen als jongeren, mede dankzij Windesheim en het Conservatorium. Zwolle is een hele mooie en leuke stad, het is intiem. Al het leuke zit binnen de grachten. Ik vind dat je als echte Zwollenaar nooit moet verhuizen.”