Gisteravond was er weer een persconferentie die duidelijke maakte welke (nieuwe) maatregelen er in werking treden om de stijgende coronacijfers te bestrijden. Dit vraagt veel van ons aanpassingsvermogen en mentale gezondheid. In het bijzonder van mensen die besluiten zich niet te laten vaccineren. Vanaf vandaag vertelt een aantal Zwollenaren hun verhaal. Hiermee geven zij meer inzicht over hun keuze, in de hoop minder last hebben van de stempel ‘Wappie’. We trappen af met de 21-jarige ‘Romy’, die van de redactie een schuilnaam heeft gekregen om haar veiligheid te waarborgen.
Ik zie de pijn en verdriet in mijn ogen, verkozen boven het geluk
Veroordeeld en beoordeeld
Klein en kwetsbaar
Verslagen, geslagen, opstandig
Omgeving is het probleem
Grote jongens, kleine meisjes
Een ieder voor zich, we staan allemaal alleen
Niet bijzonder met een gemaakte lach
Was het leven maar zo prachtig, ik heb daar al te lang op gewacht
Klein, kleiner en het kleinst
Donkerder dan de nacht
Is er dan niemand die even wacht?
Dansen, zingen, hinniken van het lachen.
Ik zie pijn en verdriet in mijn ogen
Er is al zoveel tijd vervolgen
Nog maar weinig wat ik verwacht
3 juli 2017
Dit gedicht is een fragment uit één van mijn oude dagboeken die ik volschreef, toen ik nog bekneld zat in een lastige situatie. Meerdere keren per dag had ik – onder dwang – seks met een jongen waarvan ik walgde.
Voor mijn gevoel heb ik nooit kind kunnen zijn. Thuis ging alles moeizaam. Tot ik op een gegeven moment op eigen houtje, besloot om uit huis te gaan. Met hulp van mijn huisarts regelde ik een uithuisplaatsing en zo kwam ik als meisje van veertien terecht bij een woongroep, een plek met gelijkgestemden waar we onder begeleiding in een beschermde omgeving aan onszelf en onze doelen konden werken. Ik was er zeker van dat deze stap en nieuwe omgeving mijn problemen zou oplossen. In het begin was dat ook zo, ik ervaarde rust van alles dat mij al was overkomen. Toen ik eenmaal woonde op de groep, mocht ik niet veel meer. Men zei dat ik niet in zeven sloten tegelijk moest lopen. Dat deed ik vaak wel, omdat het moeilijk voor me was definitief los te komen van mijn verleden en mijn uit zelfbescherming opgebouwde harnas. De sfeer rondom de woongroep werd steeds moeilijker en onrustiger waardoor ik steeds meer in mezelf keerde. Ik voelde me daardoor erg alleen.
Hierdoor was ik vatbaar voor het contact dat een jongen via Facebook met me zocht. Hij vertelde me dat ‘ie me al een hele tijd in de gaten had gehouden en dat hij mij “Eindelijk een berichtje durfde te sturen.” Naïef als ik was, durfde ikzelf na een paar dagen chatten met hem af te spreken. Ik was net een paar dagen zeventien.
Deze jongen was de tweede die mij in een grote hel van mishandelingen en verkrachtingen bracht, die maandenlang zou aanhouden. Iedereen om mij heen zag dat het niet goed met me ging. Het personeel dat me zou moeten beschermen en helpen deed niets en soms bleef ik dus dagen weg zonder dat iemand iets van mij hoorde.
Niet lang daarna verhuisde ik naar kamertraining. Hier woonde ik zelfstandig, maar werd ik er samen met mijn huisgenoten amper in de gaten gehouden of goed begeleid. Opnieuw werd ik er constant achtervolgd door drama. Na een grote ruzie ben ik daar weggelopen nadat de begeleiding mij niet wilde ondersteunen. Toen ik mijn ouders belde om te vragen of ik thuis mocht komen, waren zij al ingeseind dat het probleem onder controle was gebracht. Niet dus.
Daarom ben ik die avond naar mijn beste vriend gegaan. We kenden elkaar al negen jaar dus voelde ik me (eindelijk) relatief veilig bij hem in huis. Hij had echter andere intenties. Blijkbaar had deze hulp of overnachting ook zo z’n prijs… In het holst van de nacht ben ik vertrokken vanaf zijn adres. De politie heeft mij van straat gehaald, slechts gekleed in mijn pyjama.
Een kindertijd had ik niet en je kan gerust vaststellen dat ik ook geen normale pubertijd heb ervaren. Ondanks dat vond ik het moeilijk alles wat ik kende achter te laten. Toen de kans zich voordeed om naar Zwolle te verhuizen, zo ongeveer aan de ander kant van het land, greep ik die aan met beide handen. Ik ben hier veiliger. Een nieuwe start, wel met een PTSS-stoornis rijker. Maar daar leer je mee leven, toch? Ik beloofde mezelf één ding: regie nemen en houden over mijn eigen lichaam. Iets wat ik voor deze belofte niet heb gehad. Er gebeurt niets meer met mijn lijf waarbij ik me niet prettig voel.
Amper gesetteld in Zwolle, stak Corona de kop op. Het greep me direct naar de strot. Ik woonde inmiddels dus op mezelf, maar ik was vrij zonder vrijheid. De ontwikkeling van een vaccin leek me mooi. Het stemde me hoopvol, al twijfelde ik meteen enorm. Iets in mijn lichaam spuiten waarvan ik niet weet wat de langetermijngevolgen zijn en onder ‘sociale dwang’ ook nog eens, voelt voor mij ontzettend verkeerd. Met die sociale dwang bedoel ik dan de boodschap vanuit de overheid, maar ook die van familie en vrienden. Sommigen hebben er zelfs voor gekozen om het contact te verbreken. Mijn sociale kring is dus opnieuw gekrompen. Dat vind ik erg verdrietig. Om toch mijn eenzaamheid wat te doorbreken, heb ik zelf een WhatsApp-groep opricht met daarin andere ongevaccineerden. We hebben steun aan elkaar en merk aan wat we delen, dat we graag ons verhaal willen doen.
Tot nu toe voelt zowel de sociale dwang als de vrijheid door een vaccin beperkend voor mij. Ik snap goed dat dat tegenstrijdig overkomt, toch kan ik het zo het beste verwoorden. Het is voor mij kiezen tussen twee kwaden; een vaccin nemen waar ik nog niet klaar voor ben of voorlopig mijn vrijheden kwijt zijn tot een nader te bepalen tijdstip. Ik vind het een moeilijke keuze. Misschien wordt het makkelijker voor me in de toekomst. Voorlopig laat ik de sociale dwang en drang achter me en kies ik voor mijn lichaam zonder bemoeienis van anderen. Ik kon geen kind, geen puber en nu ook al niet de jongvolwassene zijn die ik voor ogen heb. Maar…
Mijn eigen regie is mij alles waard en die pakken ze me nooit meer af.