Een hemel met biervulkanen, een stripperfabriek, piraten als heiligen en een vergiet op het hoofd om hun God te eren. Het klinkt als een psychedelische trip, maar voor de Pastafariërs is het een serieuze zaak. Dit hoort namelijk allemaal bij de Kerk van het Vliegende Spaghettimonster. Ik spreek Mienke de Wilde, aanhanger van dit geloof, en ben benieuwd waarom ze een rechtszaak aanspande om met een vergiet op haar pasfoto te mogen.
Het is een normale maandagochtend wanneer ik mijn laptop openklap. Ik sluit mijn webcam aan en start Teams. Wat ik al verwacht, wordt werkelijkheid. Mienke zit voor de camera met een vergiet op haar hoofd. We bespreken kort hoe het met elkaar gaat en plannen alvast onze volgende ontmoeting die voor de rechtbank voor Zwolle plaats gaat vinden. Wanneer Mienke over de geschiedenis van het Vliegende Spaghettimonster begint, weet ik dat die maandagochtend niet meer zo normaal is.
Het begin
De kerk van het Vliegende Spaghettimonster komt voort uit een Amerikaanse protestbeweging. In 2005 willen ze in de staat Kansas namelijk naast de evolutietheorie ook de godsdienstige theorie overbrengen op de studenten. De Amerikaanse natuurkundestudent Bobby Henderson schrijft vervolgens een satirische open brief naar de onderwijsraad waarin hij stelt dat wanneer de studenten de godsdienstige leer krijgen, het Vliegende Spaghettimonster ook niet mag ontbreken. Van de schoolraad krijgt Henderson geen reactie, maar hij plaatst de brief op zijn eigen website. Het Vliegende Spaghettimonster groeit vervolgens uit tot een internetfenomeen en bereikt ook Nederland waar het sinds 2015 bij de Kamer van Koophandel staat ingeschreven als kerkgenootschap.
Eerste ontmoeting
Mienke de Wilde komt als rechtenstudente, dat is ze overigens nog steeds, voor het eerst in contact met het Pastafarisme (zo wordt de religie ook wel genoemd). ‘Ik had eerst iets van ‘’ha ha wat grappig’’, maar toen ben ik mij in de symbolische gedachte gaan verdiepen. Ik kon mij ook in de waarden van de religie vinden.’ De Wilde kan zich inmiddels pastafariër noemen en ziet de protestbeweging evolueren naar een religieuze beweging waarmee mensen zelfs rouwen en trouwen. Ze krijgt regelmatig de vragen: ‘’Een Vliegend Spaghettimonster, daar kun je toch niet in geloven? Wat is dat voor iets raars?’’ De Wilde antwoordt dan: ‘’Hoeveel mensen geloven er werkelijk in een god, zo’n mannetje in de hemel. Bij een heleboel religies is het goed en kwaad simpel. Doe je dit, dan ben je goed en doe je net wat anders, dan ben je een ketter. Bij ons is goed en kwaad allemaal onoverzichtelijk in elkaar verweven net een kluw spaghetti. Het Vliegende Spaghettimonster is een symbool voor chaos en onoverzichtelijkheid.’
Rechtszaak
De Wilde komt in 2007 groot in het nieuws. Ze voert namelijk een rechtszaak voor het dragen van een vergiet op haar rijbewijs-foto. ‘Je hebt een uitzondering in de wet. Wanneer jij vanwege je religie iets wil bedekken op de foto, is die mogelijkheid er. Bij ons hoort een vergiet en toen had ik iets van: ‘’Dat wil ik heel graag op mijn pasfoto.’’ Ik liep ondertussen al een tijdje met een vergiet en je paspoort en rijbewijs hebben toch iets met je identiteit te maken. Dat geldt ook voor mij en het vergiet.’ De pastafariër draagt het vergiet niet voor niks, want er zit volgens haar een symboliek achter. ‘Je giet het water weg en je behoudt de pasta, het goddelijke van het leven, over. Het vergiet is buitenshuis zo belangrijk, want er komt als pastafariër veel op je af. Op die manier kun je toch het mooie bewaren en het negatieve laten gaan.’ De Wilde draagt haar vergiet vrijwel altijd in het openbaar. ‘Ik heb er twee. Dan kun je af en toe even afwisselen terwijl de ander in de vaatwasser zit,’ zegt ze met een knipoog.
De uitspraak van de rechter valt niet in het voordeel van de Pastafariër, want de kerk mag wel ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel, maar het wordt niet officieel erkend als religie. Er ontbreek namelijk een bepaald niveau van serieusheid. ‘Wat is een bepaald niveau’, vraagt De Wilde zich licht gefrustreerd af. ‘Moet het dan helemaal serieus zijn?’ Wij hebben namelijk grapjes, zelfspot en humor. Dat is onze manier van het brengen van een boodschap. Je let beter op in de collegezaal wanneer de docent grapjes maakt. Saaie droge preken werken niet meer. Kijk maar naar de leegloop in de kerken.’ Ondanks de uitspraak van toen, is De Wilde nog steeds hoopvol over de toekomst. ‘Ik denk dat we gewoon door moeten gaan en het telkens opnieuw moeten proberen. De rechter heeft naar de maatstaven van toen onze religie niet erkend, dus misschien is het nu anders. Wat mij betreft, wordt het Pastafarisme nu als religie gezien zodat ik met mijn vergiet op de pasfoto kan.’
Liever Niet
Een van de bijzondere kenmerken van het geloof zijn de acht ‘Liever-Nietjes’. Die kun je vergelijken met de tien geboden uit het Jodendom en Christendom. De Wilde leest haat favoriete ‘Liever-Nietje’ voor: Ik heb echt liever niet dat je… kerken/moskeeën/tempels bouwt van multimiljoenen euro’s voor mijn noedelige goedheid, wanneer het geld beter besteed kan worden aan bestrijding van armoede en ziekte, aan leven in vrede, liefhebben met passie en het goedkoper maken van breedbandkabel. ‘Het mooie aan de Liever-Nietjes is dat er vanzelf een moment komt dat je zelf moet nadenken’ vertelt de Pastafariër. ‘Het is niet van ‘’Je mag dit niet’’, maar eerder ‘’Ik heb liever niet dat…’’’
Discriminatie
Ik bel ook met Paul Cliteur. Hij heeft 38 jaar lang aan de rechtenfaculteit van de Leidsche Universiteit gewerkt en is sinds twee maanden met pensioen. Cliteur houdt zich veel bezig met de vrijheid van godsdienst en is als atheïst met name geïnteresseerd in alternatieve religieuze bewegingen, dus ook in de Kerk van het Vliegende Spaghettimonster. Hij spreekt zich uit over de zaak van De Wilde: ‘Die had ze natuurlijk moeten winnen. De Raad van State heeft hiermee in feite de discriminatie bevestigd. Er staat nergens geschreven dat een religie serieus moet zijn. Waarom mag het niet een beetje luchtig? Waarom zouden Mozes, Mohammed of Jezus Christus niet een beetje gevoel voor humor kunnen hebben?’
Cliteur zijn naam is ook terug te vinden in de politiek, want hij zat namens Forum van Democratie in de Eerste Kamer en was ook voorzitter. Daarnaast wordt hij als mentor van Thierry Baudet gezien wanneer zij beiden in 2020 opstappen. Cliteur valt drie jaar eerder op wanneer hij in 2017 tijdens een FVD-congres spreekt met een vergiet op zijn hoofd. ‘Op dat moment was er sprake van dat men hoofdoekjes mocht dragen bij de politie. Mijn gedachte was dat als zij dat mogen, ik daar ook met een vergiet op mijn hoofd kan solliciteren.’
Kar vol pastasaus
Een week nadat we elkaar online hebben gezien, spreek ik met De Wilde af voor de rechtbank in Zwolle. In deze rechtbank vindt in 2007 haar rechtszaak plaatst. Nu keert ze voor even terug om in het nabijgelegen Wezenlandenpark potten met pastasaus uit te delen. Met een volle kar loopt ze door het park en spreekt ze iedereen aan die maar op haar pad komt. Van de skaters tot aan een groepje studenten, ze vertelt iedereen over het Pastafarisme. Binnen een half uur zijn alle potten op en heeft het Vliegend Spaghettimonster met zijn noedelige aanhangsels de hoofden van een aantal Zwollenaren bereikt. Ook ik zal deze ontmoeting nooit vergeten.