Nederland heeft net de warmste zomer ooit achter de rug, als op 10 september 2018 de champagneglazen in Zwolle worden geheven. De gemeente van de Hanzestad ziet een geplant zaadje voor een samenwerkingsverband tussen commerciële – en maatschappelijke partijen eindelijk tot bloei komen. Deelnemende organisaties gaan onder de naam Alliantie Smart Zwolle samenwerken om kunstmatige intelligentie en big data te gebruiken voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
Het onderwerp klimaatverandering staat hoog op de agenda van de Alliantie, wat met het oog op de extreem warme zomermaanden niet meer dan logisch lijkt. De gemeente Zwolle, geografisch informatiesysteemspecialist Esri en woningcorporatie deltaWonen vinden elkaar binnen de Alliantie en besluiten om bezig te gaan met het groen in de stad. Door de nieuwe samenwerking is er veel data met betrekking tot groen beschikbaar voor de deelnemende partijen. Nadat ze de data over groen hebben gekoppeld met de groenbeleving van Zwollenaren, steken meerdere vraagstukken de kop op. Om te voorkomen dat ze door de bomen het bos niet meer te zien, wordt ieder potentieel project voor een vraagstuk tot in het kleinste detail uitgewerkt. Tijdens het proces van experimenteren, concretiseren en valideren komt de kwestie naar voren waaraan gewerkt gaat worden door de bondgenoten: het bestrijden van het hittestressprobleem in Zwolle.
Hittestress
In 2019 zijn stresstesten uitgevoerd om te berekenen hoe goed Zwolle bestand is tegen klimaatproblemen als hevige regenval, extreme hitte en langdurige droogte. Wanneer de problematische gebieden niet worden aangepakt, kan de potentiële schade voor Zwollenaren zowel financiële als fysieke gevolgen hebben. Voor de hittestress wordt het schadebedrag op 63,2 miljoen euro geschat als er geen aanpassingen worden gemaakt, wat omgerekend 503 euro per inwoner is. Daarnaast gaat extreme warmte hand in hand met lichamelijke klachten als ademhalingsproblemen en nierfalen, waardoor de hittestress zelfs fatale gevolgen kan hebben.
Uit onderzoek van de gemeente Zwolle wordt verder duidelijk dat, wegens een gebrek aan volgroeid groen in een aantal wijken, er verschillen zijn in de warmte die de wijken ervaren. Zo blijkt dat de relatief nieuwe wijk Stadshagen warmer is dan andere wijken, omdat het groen daar minder warmte opneemt. Ook de bewoners van Stadshagen merken de warmte op: de wijk staat bovenaan de Zweetdruppelkaart van Zwolle. Op de kaart worden meldingen geplaatst van inwoners die hittestress ervaren, waarbij de helft van de meldingen in Stadshagen temperaturen van boven de 40 graden aangeven.
De gemeente erkent het probleem en zet in op vergroening van de stad om de hitte het hoofd te bieden. De keuze van de gemeente voor vergroening snijdt hout: de stad groener maken helpt niet alleen bij het reduceren van hittestress, maar draagt daarnaast ook bij aan het bestrijden van wateroverlast door hevige regenval. Tevens zijn fijnstofreductie, zuurstofproductie en co2-opslag bijkomende voordelen van het aanbrengen van groen in de stad.
Startschot voor 100 bomen
De gemeente Zwolle, Esri en deltaWonen gaan in 2020 om de tafel met elkaar om te overleggen hoe ze met het aanbrengen van groen de hittestress kunnen aanpakken. Dataverbinder Armand Sol van deltaWonen functioneert als aanjager en weet binnen het tijdsbestek van een maand de centrale vraag te formuleren voor het project: “Kunnen we op basis van de data tot locaties komen waar bomen bijdragen aan het verminderen van hittestress?”.
Binnen de beschikbare data van de verschillende bondgenoten gaan Armand en zijn team op zoek naar hetgeen dat bruikbaar is voor het beantwoorden van de gestelde vraag. Kaartlagen en databestanden over onderwerpen als hittestress, erfgrenzen, bomen en zonnepanelen worden samengevoegd en zo gebruikt om nieuwe inzichten te creëren voor het hittestressvraagstuk. Het eindresultaat is een map van Zwolle waarop kansrijke locaties voor het planten van bomen te zien zijn. Het startschot voor het planten van 100 bomen heeft geklonken.
Nadat de gebieden met potentie in kaart zijn gebracht, wordt aan bewoners gevraagd hoe zij tegenover het idee staan om een boom in de tuin te laten planten. Armand’s team stelt de bewoners gerichte vragen over behoeftes, formaatkeuze, boomsoorten en onderhoudskosten. De respons is hoog en uiteindelijk zijn er 78 huurders die aangeven een boom in de tuin te willen. In de maanden februari en maart van dit jaar gaat de schop uiteindelijk 114 keer de grond in, waarmee de voorgenomen 100 bomen overtroffen worden. De wortels van het project reiken zelfs verder dan Zwolle, want ook een inwoner van Kampen doet een aanvraag voor een boom in de tuin.
Spin-off
Met het planten van 114 bomen stelt Armand dat het project succesvol is, al plaatst hij wel een kanttekening: “We zijn hartstikke trots op het feit dat we die 114 bomen hebben kunnen planten. Het was tegelijkertijd een pilot-opzet: een manier om te verkennen of we met deze manier van werken meer bomen kunnen planten. We zaten als deltaWonen uiteindelijk op de grens qua hoeveel bomen we kwijt konden in onze gemeenschappelijke tuinen en tuinen van huurders. Ons handelingsperspectief was dus op een gegeven moment beperkt. We hebben de methode gedeeld en openbaar gemaakt, waardoor andere partijen er gebruik van kunnen maken. Dat is nog te weinig gebeurd naar mijn idee, want we hadden verwacht dat andere partijen er eerder op zouden inspringen.”
Er zijn tijdens het 100-bomen-project zelfs gesprekken geweest met andere partijen om het aantal op te laten lopen tot 1000 bomen. De voortzetting van het project is er echter nooit gekomen. “Hoewel het project geen navolging heeft gekregen, is de methode wel behouden gebleven. Zo ben ik nu bezig met het samenvoegen van open data over bodemverzakking en historische rioleringsproblemen om iets te doen aan rioleringsproblematiek. Je kunt het dus zien als een spin-off van het 100-bomen-project. De waarde van het project zit dus niet alleen in die 100 geplante bomen, maar vooral ook in de methode om data te gebruiken voor het creëren van nieuwe inzichten.”